Schrijf spreektaal!
Niemand die ik ken, zegt ‘echter’. Of ‘anderzijds’. Toch duiken dit soort signaalwoorden vaak op in blogs, interviews, voice-overteksten en speeches: teksten waarin iemand tegen me praat. Ik heb zelfs mensen tussen haakjes zien spreken.
Echter, anderzijds, bovendien: zulke voegwoorden zijn soms handige ankerpunten die structuur aanbrengen. Om lezers een tekst beter te laten begrijpen. Toch horen ze niet in elke tekst thuis, vind ik. Als ik die signaalwoorden in blogs, interviews, voice-overteksten en speeches lees of hoor, haak ik af. Omdat degene die aan het woord is, ineens niet meer zo geloofwaardig klinkt. Op straat, bij de bakker en aan de borreltafel gebruikt niemand zulke woorden. En nu moet ik het idee krijgen dat iemand me aanspreekt?
Tussen haakjes praten
Ik heb zelfs mensen dingen tussen haakjes zien zeggen in blogs en interviews. Gek, want mensen kunnen helemaal niet tussen haakjes praten. Soms lees of hoor je lang meanderende alinea’s vol bijzinnen. Ook gek, want bijna niemand praat in lang meanderende alinea’s. We praten meestal in korte zinnen. Nonchalant. Vaak zijn het niet eens echt zinnen, denk ik nu. We roepen tussen de zinnen door dingen als ‘Ehm, laat ik het zo zeggen’, ‘Fantastisch toch?’ of ‘Werkt altijd!’. Dat wil je dus ook lezen in blogs en interviews of horen in voice-overs en speeches. Werkt altijd!
Laat iemand haperen
Natuurlijk, we praten niet allemaal hetzelfde. Als tekstschrijver heb je dus de taak je te verdiepen in degene voor wie je een blog gaat ghostwriten. Of wiens woorden je optekent in een geschreven interview. Welke woorden gebruikt iemand? Wat is zijn of haar spreektoon en praatstijl? Het doel moet zijn dat de lezer zich niet hoeft af te vragen of degene die aan het woord is, ook echt aan het woord is. Die moet dat voetstoots aannemen. Dus laat iemand gerust haperen in een tekst, een onbestaand woord gebruiken of midden in een zin een andere zin beginnen. Doe wat hun taalgebruik kenmerkt. Maak het menselijk.
Lees hardop
En vooral: lees de tekst hardop aan jezelf voor. Klink je dan als iemand die voor de vuist weg wat vertelt? Of blijf je hangen op een woord of een zin? Als dat zo is, is er meestal wat mis. Je voelt snel waar het geen spreektaal is. Eigenlijk past gewone spreektaal heel goed in de meeste teksten, niet alleen als er duidelijk iemand aan het woord is. Want zeg nou eerlijk, je hebt toch het liefst dat het lijkt alsof er iemand aan je keukentafel zit?
Dit artikel verscheen ook op de site van beroepsvereniging Tekstnet