Stop met schrijven!
Schilderen kon ik niet, dus ging ik het doen. Jezelf iets nieuws leren is een lekkere sensatie. Maar schilderwerk wordt nooit mijn echte werk. Precies daarom vraag ik mijn klanten vaak om te stoppen met schrijven.
Sinds mijn achttiende sleep ik bij elke verhuizing een ongebruikte schildersezel mee. Midden in de coronatijd moest het er maar eens van komen. In een opvallend drukke discounter kocht ik een flink doek, een trits tubes in allerlei kleuren en een set kwasten. Duidelijk van discounterkwaliteit. Mijn talent was het niet waard om te kiezen voor het mooiste linnen, chique olieverf en penselen van dassenhaar. Dat zou even aanmatigend zijn als in een opzichtige outfit pizzapunten van de groene piste.
Kleine klodder
Een stilleven met citroenen moest het worden. Vanaf de eerste schets op het doek ontdekte ik hoeveel fouten je zonder kennis en aanleg kunt maken. En hoeveel tijd het kost om die fouten weg te werken. Het grafiet van de potloodschets mengde zich onhandig met de verf, ik veegde met mijn mouw precies door het deel waar ik wél tevreden over was en wreef later per ongeluk een kleine klodder uit tot een grote vlek. Ik heb tien keer zoveel tijd verkwast als ik dacht. Inmiddels draagt mijn doek het halve discounterschap aan verf. Het zit er zo dik op, dat de goedkope acrylverf op dure pasteuze olieverf lijkt. Maar goed, er liggen nu een hele en halve citroen enigszins geloofwaardig op tafel.
Aan de vuilnisbak voeren
Het was lekker om mezelf iets nieuws te leren. Maar dat kwam vooral omdat ik genoeg tijd en geen hoge verwachtingen had. Er wachtte ook geen plekje aan mijn muur of in een museum. Was ik er heel ontevreden over, dan kon ik de citroenen zonder pardon aan de vuilnisbak voeren. Met schrijven is dat anders. Daar gelden deadlines en verwachtingen. Er is geen andere optie dan dat mijn klant en ik tevreden zijn over een tekst. Gelukkig kan ik met die 26 letters en een handvol leestekens beter overweg dan met verf en kwasten. Daarom ben ik een broodschrijver en geen beroepsschilder. En daarom vraag ik klanten om met schrijven te stoppen. Meestal is dat een pak van hun hart.
Voordat de werkster komt
De meeste klanten houden namelijk niet van schrijven. Zodra ze voor een leeg vel of een knipperende cursor zitten, vinden ze het een worsteling. En dan niet de soort worsteling die ik achter de ezel had, waarbij beter wilde leren schilderen. Voor de meeste klanten is al schrijvend beter leren schijven niet hun doel. Dat kan ook niet, want er is vaak weinig tijd en er zijn hoge verwachtingen. En er wacht een website, advertentie, jaarverslag, aanbestedingsdocument, bedrijfsstrategie of wat dan ook op inhoud. Toch voelen ze vaak de plicht om zelf iets op papier te zetten. Zelfs als ze mij inhuren. Zoals mensen hun huis opruimen de dag voordat de werkster komt.
Allebei iets leuks doen
Ik hoor meestal een diepe zucht van verlichting, als ik ze vraag om te stoppen met schrijven. Ik zeg dan: vertel me gewoon wat je wilt bereiken en stuur me de achtergrondinformatie die je hebt, wat losse kreten in de mail of contactgegevens van mensen die ik kan bellen. Staat er nog niets op papier, dan kan ik zelfs beter adviseren hoe we een verhaal het beste kunnen vertellen. Zo kunnen mijn klant én ik allebei gaan doen waar we goed in zijn en wat we leuk vinden. Als het werk klaar is, ga ik wel iets doen waar ik níet goed in ben. Zoals gele verf op een goedkoop doek smeren totdat ik er een citroen in zie.
Dit artikel verscheen ook op de site van beroepsvereniging Tekstnet