Truffelhond tussen kantoortijgers
Misschien is Piemonte in de herfst op zijn mooist. Ik vloog er met vier vrienden heen om onze waterkoude botten te warmen aan stevige glazen Barolo, streekpasta van vijftig dooiers, geurige hazelnoten en witte truffels. En, onverwacht, een beetje Italiaanse bewondering voor mijn vak.
Het was de laatste dag van onze kleine culinaire trip en we waren vroeg op. De lage, aarzelende zon van de laatste dagen had plaatsgemaakt voor een druilerige regen. Niet het beste weer om in de bossen rond Alba naar truffels te zoeken.
Haar neus op de grond
Aan de rand van het bos werden we opgewacht door truffeljager Luca, zijn puberdochter en de Duitse pointer Willie, die onder een dekje stond te trillen op haar poten. We keken naar het drietal en naar de regen. Het leek erop dat we later met lege handen het bos uit zouden lopen. Maar eenmaal van het pad af tussen de bomen schudde Willie de druppels van zich af en rende met haar neus op de grond kwispelend rond. Ze groef de ene na de andere truffel op. Zwarte en zelfs de felbegeerde witte. Met een flinke buit schoven we bij de familie thuis aan tafel. Willie was de held van de dag.
Zes flessen grappa
In de oude boerderij brandde de haard en kwam een fles wijn op tafel. ‘Een lichte rode wijn, die mijn vader ook bij zijn ontbijt drinkt’, verduidelijkte de dochter. Ondertussen hoorden we haar moeder neuriën in de keuken. Over de paté, de gebakken eieren, de kaas en de huisgemaakte pasta schaafden we trots onze truffels. Aan het eind van een lange lunch zette Luca zes verschillende flessen grappa op tafel en schoof de hele familie aan. We vroegen honderduit over recepten, de truffeljacht, de streek en de familiegeschiedenis.
Een beleefde glimlach
Luca beantwoordde enthousiast al onze vragen, terwijl zijn dochter tolkte. Hij vertelde hoe ze de tepels van hun teefje met truffelolie insmeren om de pups te trainen voor de truffeljacht en hij liet een boek rondgaan over zijn familiestamboom met wortels tot in 1610. Maar Luca en zijn familie wilden ook alles van ons weten. Wat voor werk deden we bijvoorbeeld? Hij schonk de glazen nog eens vol en ging de tafel rond. ‘IT’, begon mijn ene vriend. ‘Marketing’, antwoordde de volgende. ‘Pensioenverzekeringen’, de derde. De gezichten van ons gastgezin lieten een beleefde glimlach zien, die een zekere teleurstelling niet kon verbergen. ‘En jij?’, vroeg Luca me. ‘Ik ben schrijver’, antwoordde ik, terwijl ik met mijn hand het internationale schrijfgebaar maakte.
Overtuigend over tijgers
‘Een schrijver!’, riep onze gastheer uit, opverend van zijn stoel alsof hij had ontdekt dat er een astronaut aan tafel zat. ‘Ah, het schrijverschap!’, verzuchtte hij verrukt met de armen wijd. In een mengeling van Italiaans en Engels bejubelde hij dit vakmanschap. Met glimmende ogen vertelde hij over de schrijver en streekgenoot Emilio Salgari, die rond 1900 de piraat Sandokan allerlei avonturen liet beleven. Salgari schreef overtuigend over tijgers zonder ze zelf ooit gezien te hebben, legde Luca uit. Hij reisde gewoon naar de havenstad Genua om daar van Italiaanse matrozen over hun belevenissen in India te horen.
Puntje van zijn stoel
‘Het vernuft, de fantasie, de kunst!’, glunderde Luca. ‘En wat schrijf jij?’, vroeg hij. ‘Avonturen, romantische verhalen, filosofische beschouwingen…?’ Hij zat op het puntje van zijn stoel. Het was duidelijk dat hij schrijverschap in het rijtje schaarde van andere ambachten die hem aan het hart gingen: de schilder- en beeldhouwkunst, het maken van wijn en grappa en de kookkunst van zijn vrouw. Waar ik precies over schrijf, liet ik in zijn euforie een beetje in het midden. Minzaam keek ik naar mijn vrienden, die hun vak zelf nogal belangrijk vinden en soms plagerig schamperen over mijn werk. En ik voelde me de truffelhond tussen kantoortijgers: samen met Willie was ik de held van de dag.
Mijn vrienden keken nog steeds een beetje verbaasd. Maar ik zag dat ze mij deze knuffel tussen de truffels wel gunden. Dat was zondag. De dag erop ben ik met nét wat meer plezier dan gewoonlijk aan het werk gegaan.
Dit artikel verscheen ook op de site van beroepsvereniging Tekstnet